Net wanneer ik een column wil schrijven dat mijn episodes tot mijn grote opluchting weer de hoogte van de pieken en de dalen van de diepten van voor mijn verhuizing weer benaderd, zet mijn nieuwste depressie goed door.
Met vallen en opstaan, door naar mijn werk te gaan en driftig mee te poetsen met mijn WMO thuiszorg poetshulp, kom ik de dag door. Ik wandel naar de supermarkt en ik wandel mijn avondwandeling.
Sinds een aantal dagen heb ik vreetbuien. Overdag val ik voor de verleiding van pizza en ovenfriet. ‘s Nachts ging er al een zak kroepoek doorheen, verder at ik al mijn suikerwafels, en ook heb ik een pot zelfgemaakte appelmoes leeg gelepeld. Toen ik afgelopen nacht mijn chocolade pasta pot leeg begon te eten was de maat vol.
Mijn koeltasje zit nu vol met tapenades, voorgesneden wortels en komkommer. Hopelijk kan ik, met de koeltas naast mijn bed, het tij van de vreetbuien keren. Ik moet overigens ook nuchter mijn bloed prikken, en elke ochtend ben ik diep teleurgesteld dat ik dat weer niet gehaald heb.
Vanavond kwam de somberheid in alle hevigheid weer terug. Rond bedtijd ben ik eerst volledig gekleed op mijn bank gaan liggen. Het koste wat moeite, maar uiteindelijk kroop ik met mijn kleding nog aan in mijn bed.
Liggend in een foetushouding kon ik alleen maar huilen. Ik wentelde mezelf in mijn eigen ellende. Mijn hoofd verzon alleen maar onaangename dingen die ik mezelf kon aandoen. Uiteindelijk mocht ik van mezelf wat kalmerends nemen. Voor de zekerheid wilde ik mijn vaste telefoon naast me hebben, om TOR te bellen als het onhoudbaar zou worden.
Het was een grote uitdaging. Eerst het nachtlampje aandoen. Dan rechtop in mijn bed gaan zitten. Vervolgens op de rand van mijn bed. En dan die vier stappen naar mijn telefoon. Als ik nu toch uit bed ben, kan ik wellicht een column schrijven. Schrijven verlicht. Ik liep naar mijn bureau. De laptop aanzetten was een stap te ver.
Ik pakte een schriftje en liep terug naar mijn slaapkamer. Colette is op de vensterbank gaan liggen, de gordijnen bewegen hierdoor spookachtig. Er zoemen drie muggen, ik voel me te zwaar om ze dood te slaan.
Op de rand van mijn bed schrijf ik huilend deze column.