In de whirlpool doen de bubbels het niet. Ik laat me langzaam in het water zakken. Negeer de mensen die er al in zitten. Ze kletsen zacht. Hun fluisterstemmen sluit ik buiten op dezelfde manier als ik al drie weken de wereld buiten sluit.

Een boek in mijn hand.

Aan de horizon de watertoren van Katwijk. Nog verder weg de windmolens in zee. Huis ten Duin in Noordwijk.

Veel dichterbij het ziekenhuis waar ik ooit studeerde. De kliniek waar ik ooit opgenomen was. En me voelde zoals nu.

De zon kleurt de wolken. In mijn hand een boek. Om me heen het warme water: de whirlpool zonder bubbels.

Vanaf het bankje kik ik over Leiden, Oegstgeest, Rijnsburg, Katwijk, Noordwijk en verder. Het warme water doet een poging om me te troosten. Ik trek mijn benen op en maak me klein.

De mensen beneden lopen twaalf verdiepingen lager in hun leven. Het mijne staat stil. Ze voelen als de poppetjes van Madurodam. Ze zijn er, maar ze zijn geen onderdeel van mij. Terwijl ik zelf daar al zoveel keren liep.

Ik probeer los te laten dat ik moet ontspannen. Mijn lichaam en geest willen niet. Dit niet.

Ik sla mijn boek open. Mijn ogen lezen de woorden. Ik begrijp ze niet.

De zinnen lees ik steeds op nieuw en opnieuw. Het blijven steeds weer nieuwe zinnen.

De stroming van het water voelt intens op mijn benen. Het geluid van het water klinkt hard in mijn oren. De mensen tegenover me zijn opgestaan. Verder gegaan.

En ik blijf. Blij dat de whirlpool geen bubbels heeft. Mijn hoofd en lichaam zouden die op dit moment niet kunnen verdragen.

Als de dag vordert, vol whirlpools, stoombaden, infrarood sauna’s en stilte, overvalt mijn depressie me niet meer. Hij “is”. De angst is weg. Mijn lichaam “is”.

Ik “ben”.

En mijn hoofd geeft mij eindelijk ruimte om te schrijven.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *