Viooltjes

Lachen als een oude dame, die haar zegje heeft gezegd
Die als zij word afgelegd zich voor niemand hoeft te schamen
Wel wel wel, zo zal dat gaan en we sterven heel bedaard
Op een donderdag in maart, tegelijk daar hecht ik aan
En als onze aardse last met de wereld gaat vergroeien
Zal uit jou een bloempje bloeien, een viooltje dat staat vast

                                                               Herman van Veen, liefde van later
Mijn moeder hield intens veel van haar tuin. Ieder moment dat ze kon missen, was ze bezig in haar tuin. We hadden een immens grote tuin, zelfs voor Brabantse begrippen. Ik was verantwoordelijk voor het grasveld, mijn moeder deed de rest. In de weekenden waren we geregeld met het hele gezin onkruid aan het wieden.
’s Zomers genoten we van wat de tuin ons bracht. Een leuke plek om onder de parasol van te genieten. Een groot terras waar het zwembad gebroederlijk naast de tafel en de stoelen stond. De schaduw van de plantaan. De BBQ en vuurkolf. De vele familiedagen waarbij we een luchtkussen op het grasveld zetten. ’s Ochtends buiten ontbijten met boterhammen met aardbeien. De dronken wespen onder de perenboom.
Maar we genoten ook van wat de tuin ons leverde. De rode besjes, de aardbeien, de frambozen, de bramen, de eieren van de kippen en in de herfst van de immens grote appels. We maakten zelf appelmoes en deden dat in de vriezer om er de rest van het jaar van te genieten.
De foto met alle broertjes, zusjes, aanhang en het kleinkind is gemaakt in deze tuin. Onder de plantaan.
Ook toen mijn moeder ziek was en niet zelf meer in de tuin kon werken, in die allerlaatste lente en zomer, genoot ze van de tuin. Ik zie haar nog zitten met Liesbeth, de moeder van Pjotter, aan de tafel in de zon. Twee vrouwen die wisten dat ze niet lang meer te leven hadden, maar besloten hadden van iedere laatste minuut te genieten.
Het moet één van de zomers daarvoor zijn geweest dat er plotseling viooltjes opkwamen in de tuin. Viooltjes met hele kleine bloemen. Wilde viooltjes. Als ze eenzaam en alleen in een perk in de grote tuin stonden vielen ze niet op. Ze waren niet meer dan onkruid. Net zoals een uitgebloeide paardenbloem onkruid is, maar voor kinderen een magische pluizenbol is om tegenaan te blazen.
Mama vond ze te mooi om ze als onkruid te behandelen en plantte alle viooltjes bij elkaar naast het grasveld. Zo kwamen ze goed tot hun recht, zo werd het een mooi geheel.
Na dagen vol warmte en regen stond mijn tuin vol onkruid. Een paar dagen terug had ik achterin de tuin onkruid gewied. Vandaag was het perk waar het buxuskonijn stond en waar nu mijn aardbeien en tomaten groeien aan de beurt. Er stond een paar centimeter hoog gras en andere narigheid. Zittend op mijn billen ploegde ik de grond om zodat ik mijn onkruid met wortel en al kon uitroeien.
Terwijl ik alle grassprietjes en paardenbloemen uit mijn perkje haalde viel mijn oog op een klein plantje met een klein bloempje. Het was geen onkruid, het was niet één van mijn bollen. Het was een viooltje.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *