Prikkelconditie

“Op slechte dagen sta ik al gespannen bij de halte.” Ik kijk hoe ik mezelf vanaf het computerscherm toespreek. Ik ben het vlog aan het bewerken zodat het strakjes online gezet kan worden. Het is het eerste vlog dat ik opneem met mijn nieuwe statief, ik schreef het al een aantal jaar geleden, en het maken van buitenopnames is nog best wennen en oefenen.

De situatie die ik beschrijf, uit de bus gezet worden omdat de prikkels me teveel worden, komt me deze dagen vreemd voor. Al meer dan een jaar reis ik, als ik reis, op een normale manier met de bus. Ik raak niet overprikkeld want er zijn weinig medepassagiers. Ik ruik niet de lichamen die te dicht opeengepakt staan. Ik heb geen last van iemand die naast me komt zitten en via zijn oortjes een telefoongesprek voert. Er is niet een complete BSO-klas onderweg naar Naturalis. Er is ruimte en rust, en door de mondkapjes haalt ook niemand het in zijn hoofd om uitgebreid te gaan bellen.

Vorige week was ik drie dagen op kantoor. Twee dagen gaf ik mensen praktische, officemanagmentondersteuning en de derde dag was mijn gebruikelijke kantoordag. Ik trok de deur achter me dicht, liep naar huis en bij het plantsoen aangekomen ging ik zitten. Mijn hoofd leek wel te ontploffen. Al het geluid was teveel. Thuis appte ik mijn pianoleraar met de mededeling dat ik geen nieuwe informatie meer kon verdragen en de rest van het weekend wisselde mijn bad af met spelletjes spelen op de bank, lezen en de was vouwen. Zelfs werken in de tuin, zelfs het oorverdovende gekwetter van vogels was me teveel.

Hoewel ik er ontzettend naar uitkijk om weer naar kantoor te kunnen en in de bieb of restaurantjes te gaan schrijven, realiseer ik me nu ook dat terug naar het nieuwe oude normaal ook een prijs voor me gaat hebben. Ik zal ‘prikkel-conditie’ op moeten gaan bouwen, maar ook de ‘rekening-met-overprikkeling-houden’ modus terug moeten gaan vinden.

Ik zal er weer aan moeten wennen dat ik naar een feestje kan gaan, maar vooral dat ik daarna een dag moet bijkomen. En dat ik voortaan braaf weer mijn noice-cancelling headphone en een strip oxazepam mee moet nemen als ik ergens heen ga. Dat als ik boodschappen doe, dit doe op een rustig tijdstip. Dat ik de overleggen en gesprekken op mijn werk weer moet gaan doseren. Dat ik weer eersteklas met de trein moet gaan reizen. En dat ik waarschijnlijk op slechte dagen al gespannen bij de halte sta.

Waar ik trouwens niet aan zal moeten wennen: knuffels. Onbeperkte knuffels. En aangezien ik volgende week zaterdag mijn eerste prik krijg, zijn die knuffels dichterbij dan ooit.

Lees hier het interview dat ik hierover gaf.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *