Een dagboekfragment

Ik weet niet wat het met me is. Ik ben niet overstuur. Niet meer. Ik ben niet depressief. Ik ben niet overprikkeld. Ik ben niet in paniek. Maar er is iets met me.

‘Ik ben leeg’, lijkt me nog wel de beste omschrijving. Of ‘ik ben gelaten’. Ik weet er geen worden voor. Als zelfs de schrijfster geen woorden heeft, dan moet ze misschien uit die rol stappen.

Ik zit al anderhalf uur in een cafeetje te schrijven. Het alles overheersende, overprikkeling stimulerende gezang van het draaiorgel buiten op de Haarlemmer is vervangen door het gezang van een gitarist. Ik kan dat meer waarderen. Het is minder doordringend.

Nou ja, te schrijven. Dit zijn de eerste zinnen die ik vandaag tik. Wat moet er van de schrijver komen als ze niet meer kan schrijven.

Het restaurant is stukken leger dan toen ik vandaag aankwam. Ik hoor alles. De radio staat te hard. Een kind maakt lawaai bij het lachen. Een papieren tas kraakt. Het geschuif van stoelen over de vloer. Het tikken van de toetsen van mijn laptop. Mijn armband die hard neer komt op de tafel als ik haren uit mijn gezicht heb gestreeld.

Het klinkt hol in mijn hoofd.

Mijn spieren doen zeer. Ik test met een huidplooi of ik uitgedroogd ben Hij zakt meteen weg. Wat een verschil met gisteren. Gisteren was ik op de meest passieve manier zelfdestructief die ik kon bedenken. Ik was gestopt met drinken en de plooi bleef keurig rechtop staan.

Ik weet niet wat het met me is. Ik wil niet meer leven, maar ik wil niet dood. Ik wil mezelf van alles aandoen, maar ik wil goed voor mezelf zijn. Ik ben leeg zonder depressief te zijn. Ik ben op zonder een grote inspanning te hebben geleverd. Ik snap niet waarom.

Straks moet ik weer naar huis wandelen. Ik zie ertegen op. Net zoals ik donderdag ertegenop zag om naar mijn werk te gaan. Vrijdag opzag tegen pianoles. En vanmorgen tegen opstaan. Daarom heb ik dat pas vanmiddag gedaan.

En dan moet ik thuis weer ‘zijn’ terwijl ik niet weet hoe ik dat moet doen.

Ik denk terug aan therapie van afgelopen woensdag. De trigger van vandaag waren van woede-aanvallen die ik nooit meer heb. We bespraken mijn onvermogen om daarmee om te gaan. Mijn laatste onredelijke boosheid die mij anderhalfjaar na dato met een kleine ontmoeting en een therapeutisch gesprek mij vandaag zo van slag heeft gekregen. Een brief schrijven over toen. Misschien dat het helpt.

Ik kijk er zo tegenop dat ik al huil als ik eraan denk. Huil in dat caféetje dat zich langzaam weer vult. Waar is mijn masker gebleven? Ik wil mijn masker om mijn gevoelens te verbergen. Om daarachter gevoelens te hebben van wanhoop, van zelfdestructie in plaats van mijn huidige leegte.

De radio staat nog steeds te hard.

Ouderwetse zwarte typemachine met papier waarop diary getikt is

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *