Alle mensen samen, niemand meer alleen.
Rond die ene tafel, alle mensen één.
Toen Soehila bij ons kwam wonen, baden we niet langer meer het Onze Vader voordat we gingen eten, maar zongen we dit lied. We namen de handen van onze buurman of buurvrouw in onze handen en vormden zo een kring. Soehila was moslim, en hoewel mijn moeder haar soms meenam naar de kerk, wilde ze door voortaan dit lied te zingen respect tonen aan het geloof van mijn pleegzus.
De avondmaaltijd als moment van delen
De gezamenlijke avondmaaltijd was in onze familie het belangrijkste moment van de dag. In het nieuwe huis vormde de grote keuken letterlijk het middelpunt van het huis, en midden in die grote keuken stond een grote eettafel waar altijd nog meer stoelen konden worden bijgeschoven, mochten er spontaan mensen mee komen eten.
“Ik schil wel een extra aardappel,” zei mijn moeder dan altijd. Alleen de toenmalige vriend van mijn zus moest het aangeven, want dan regelde ze wat extra vlees. Hij had het goed voor elkaar bij ons mam.
Delen vermenigvuldigt liefde en verdraagzaamheid
Ik heb geleerd te leven vanuit delen. Het delen van liefde heeft me in mijn latere leven soms opgebroken. Misschien had ik net iets vaker een rode lijn moeten trekken. Hoewel, een zusje heeft dat gedaan en dat heeft niet heel prettig voor haar uitgepakt.
Maar het delen van slaapkamers, kleding, voedsel, aandacht, de keukentafel leidt tot een vermenigvuldiging van verdraagzaamheid. Een verdraagzaamheid die in mijn hart en hoofd nog steeds zo groot als vroeger is.
Rode lijnen en harde opinies
Ik ben niet iemand van de harde lijn. Ik heb mijn meningen en steek die op het gebied van GGZ niet onder stoelen of banken. Ook in andere conflicten heb ik een opinie. Ik heb een mening over Wilders, het klimaat, wetenschap en het conflict in het Midden-Oosten.
Ik uit hem alleen meestal niet, omdat ik andere mensen niet wil kwetsen en hun mening ook wil respecteren. Of -meer waarschijnlijk- omdat ik niet wil dat andere mensen vanuit toetsenbordridderschap op een hatelijke manier op mij reageren. Ik ben gewoon niet zo dapper. Tenminste niet op dit gebied.
Pas als toonaangevende organisaties, zoals Amnesty International, zich uitspreken, durf ik eraan toe te geven. Hoe erg iemand ook gekwetst bent, bepaald gedrag mag en kan nooit geuit worden. Ik mag de rode lijn trekken zoals ik die in mijn jeugd nooit heb getrokken. Morgen ben ik dan ook op het Malieveld. Mijn kleding ligt al klaar.
Toch zet het me aan het denken. Het genocidaal geweld dat op dit moment plaats vindt, is niet het enige wat de maatschappij uit elkaar drijft. Er is een broedplaats van haat waar ik mij hele grote zorgen over maak.
Gedachten aan vroeger
Ik verlang weer aan samen aan tafel zitten en de handen vastpakken van degene naast me. Ongeacht wie het is: een Moslim, een Jood, een Katholiek of een atheïst. Ik verlang ernaar dankbaar te kunnen zijn voor de vrede die er nu steeds minder is.
Want door te delen krijgt geen mens minder, want liefde kan zich alleen dan vermenigvuldigen.
