Van sGGZ naar POH

“Nou, dat was het.” De arts staat op en doet de deur van de spreekkamer open. Demonstratief gaat ze in de deuropening staan. “Ja, maar,” stotter ik, “wat moet ik nu dan?” “Hier ben je klaar.” “Maar ik heb nog steeds een probleem.” Ik zit nog op mijn stoel tegenover het lege bureau. “Geef me in ieder geval handvatten.” “Daar is je huisarts voor,” klinkt het -in mijn oren- erg bot. Huilend sta ik op en loop de kamer uit. “Ga maar wandelen, en afleiding zoeken,” krijg ik nog als adviezen mee. Als ik thuis kom, bel ik in tranen mijn huisarts op in de hoop dat hij mij kan helpen.

Dit is hoe het voor veel mensen moet voelen als ze van de specialistische GGZ (sGGZ) naar de huisarts worden gestuurd.

Na jaren je behandeling te hebben gehad in de toch beschermende, veilige maar vooral vertrouwde omgeving die de GGZ kan zijn, stopt op een gegeven moment de zorg daar. Als je nog maar eens in de paar maanden een ondersteunend gesprek hebt, je geen therapie meer krijgt, je regiebehandelaar (psychiater) alleen nog zo eens per half jaar het recept van je medicatie uitschrijft en je al een tijdje geen noemenswaardige crisis hebt gehad, ja, wat doe je dan nog bij de peperdure sGGZ?

Het was tot voor kort heel gebruikelijk dat zodra je een EPA(ernstige psychiatrische aandoening)-diagnose had, je de rest van je leven bij de sGGZ onder behandeling zou blijven.

Sterker, zelfs al wilde je aan de sGGZ ontsnappen, dan was dat amper mogelijk.

Tegenwoordig is dat compleet anders. Zodra je bent uitbehandeld word je richting de POH GGZ (praktijkondersteuner huisarts) gebonjourd. Dat kan voelen zoals ik me voelde tijdens het gesprek dat ik hierboven heb beschreven. ‘Uitbehandeld’ voelt voor veel mensen als ‘afgeschreven’, het niet waard zijn om nog naar omgekeken te worden. Dat terwijl uitbehandeld alleen ‘wij kunnen niets meer voor je doen betekend.

Van de andere kant spreek ik ook mensen die apetrots vertellen dat ze zover zijn dat ze niets meer kunnen halen bij de sGGZ.

Van de andere kant spreek ik ook mensen die apetrots vertellen dat ze zover zijn dat ze niets meer kunnen halen bij de sGGZ. Want die woonbegeleiding kun je toch ook inkopen via de WMO (wet maatschappelijke ondersteuning). En herstellen? Nou, dat doen ze toch ergens anders. Bijvoorbeeld je zingeving vinden bij een DAC (dagactiviteitencentrum), zelfregiecentrum, vrijwilligerswerk of een betaalde baan. Maatschappelijk herstel vind je meer door een buurtbarbecue te organiseren, dan door te wonen op een beschermd terrein.

We moeten ons wellicht bewust worden van het feit dat de GGZ niet een zoveel verschilt van somatiek.

Ook daar ga je naar je medisch specialist voor je klinische herstel. Naar de huisarts, fysiotherapeut, ergotherapeut voor je persoonlijk herstel en maak je gebruik van een bezoekmaatje, vrijwilligerswerk of je betaalde baan voor je maatschappelijk herstel.

Het voorbeeld hier bovenaan is namelijk een waargebeurd gesprek, maar dan wel tussen mij en mijn longarts. Bij mijn huisarts mocht ik gelukkig uithuilen. Ik kreeg erkenning dat het toch wel slecht met me ging en een verwijzing naar een psychosomatisch fysiotherapeut. Ze relativeerde de uitspraken van de specialist. Een collega kwam me ophalen, zodat ik toch op kantoor mee kon doen. Een andere collega kwam spullen halen en brengen zodat ik thuis kon werken. Een buurtgenoot verschoonde mijn bed, een ander kwam eten brengen.

Kortom, zij helpen mij allen bij mijn maatschappelijk en persoonlijk herstel, nadat de specialist niets meer voor me kon betekenen.

Wil je Lonneke’s Levensdans financieel steunen en mijn levenswerk ook mijn echte werk maken? Doneer dan nu: https://www.lonnekeslevensdans.nl/donatiebutton/ of koop mijn boek.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *