Andere Hans

Het clublied van mijn studentenvereniging De Blauwe Schuit, De Schuit Hymne, is geschreven op de melodie van Ketelbinkie. Dat liedje kende ik al lang voordat ik lid werd, en toen ik het clublied voor de eerste keer hoorde ging mijn hart sneller kloppen en volgden mijn vingers alvast de denkbeeldige toetsen.

Ik moet eerlijk bekennen dat ik na het lid worden van mijn studentenverenging weinig meer dat nummer heb gespeeld. Zeker niet op het oude, aftandse en kleine keyboard dat ik altijd bespeelde als ik meeging meeging naar La Misère. Alleen als de vaste accordeonspeelster niet kon. Het is niet vaak gebeurd, maar ik kan het me nog heel goed herinneren. Ik had steeds hard geoefend. Papa had een hoge hoed, pantalon en jacquet met een grote oranje plastic bloem erop van zijn dames gekregen voor optredens.

La Misère was belangrijk voor hem

Op woensdag- en donderdagavond dirigeerde hij kerkkoren, maar op vrijdagavond ging hij naar ‘zijn dames’, zoals mijn moeder ze liefkozend noemde: het smartlappenkoor La Misère uit het nabijgelegen Zevenbergen. In het weekend ging hij vaak met ze op stap. En vaak ging ik met hem mee om te zingen in bejaardenhuizen en cafés. Zijn dames kenden mij. Op een avond, vlak nadat ik mijn rijbewijs had gekregen, mocht ik zijn auto lenen om naar de bioscoop te gaan. Tenminste, als ik van te voren hem naar de repetitie wegbracht en ’s avonds weer kwam ophalen.

Ik ken mijn nieuwe tekst zo goed, dat ik de oorspronkelijke tekst niet meer wist

Ik zocht op alle betaalde kanalen waarop ik geabonneerd ben, naar een serie om te bingewatchen tijdens mijn nieuwste depressie en kwam terecht bij een nieuwe serie van de NPO. Nu wandelen niet mogelijk is, en ik wèl liggend televisie kan kijken lijkt dat (samen met podcasts luisteren) de enig aanvaardbare mogelijke afleiding voor mijn dolgedraaide hoofd op de momenten dat mijn lichaam opgeeft.

‘Nieuwe Hans’ heet de serie en gaat over Hans, een ongewilde pensionado die een levensdoel moet verzinnen, en beland bij een shantykoor. Ik ben net aanbeland bij de aflevering dat hij het koor gaat professionaliseren, dus verder kan ik nog niets verklappen.

Ergens doet hij me aan mijn vader denken

Zijn gedrevenheid als dirigent, het spontane, warme maar sociaal gezien toch ietwat onhandige gedrag dat hij altijd wel heeft gehad.

De vader voor wie ik zo ontzettend bang kon zijn dat het een jeugdtrauma heet, en soms nog steeds ben. Maar ook de vader die op verjaardagen vrij nam van werk zodat hij thuis was als jij uit school kwam. Die me soms diep in de nacht van Schiphol, Hoek van Holland en Roosendaal ophaalde nadat ik thuis kwam van mijn talencursussen. Die mijn moeder, een kleine twee weken voor haar overlijden, naar Leiderdorp reedt zodat zij mijn nieuwe kamer nog kon zien.

Mijn vader zal nooit ouder worden dan Hans nu is

Vlak voor zijn overlijden was hij net gepensioneerd, maar had nog geen recht op AOW. Hij had het moeilijk met ouder worden, de rollen die hij los moest laten, en vooral met weduwnaar zijn. De glinstering die Hans gedurende de serie langzaam steeds meer in zijn ogen kreeg, had mijn vader na het overlijden van mijn moeder alleen nog als hij met zijn kleinkinderen was.

Voor mij en mijn vader kwam zijn smartlappenkoor lang daarvoor. Lang voor mijn moeder overleed. Toen wij nog samen Vastenavond vierden. In een tijd dat ik nog best vaak kind kon zijn, genietend van de aandacht en mocht nippen van een neut.

Toen ik nog zijn kind kon zijn.

Wil je Lonneke’s Levensdans financieel steunen en mijn levenswerk ook mijn echte werk maken? Doneer dan nu: https://www.lonnekeslevensdans.nl/donatiebutton/ of koop mijn boek.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *