De zegeningen van de tuin

De winter voor 2017 staat bij mij in teken van de schrik dat ik binnen twee jaar uit mijn heerlijke huisje aan de rand van de binnenstad moet verhuizen. Geen uitzicht meer op de singels, lezen in het gras van het Huigpark of lange gesprekken met de buurvrouw op de galerij. Waar zou ik weer zo’n huisje kunnen vinden? Met elf jaar inschrijftijd ging ik op jacht.

De lente van 2020 staat bij mij, net als bij de rest van Nederland, in het teken van binnenblijven. Hoewel, binnenblijven? Het staat vooral in teken van op je privéterrein blijven. Op je balkon of in je tuin. En als je dan besluit te gaan wandelen dit in het dichtstbijzijnde park doet en niet de halve stad of regio door te rijden.

Dus zet ik mijn tuintafeltje in de zon. De verlengkabel die normaal gesproken de heggenschaar moet voeden, rol ik uit zodat de oplader van mijn laptop aangesloten kan worden. Ik vul mijn waterkan met fris water, komkommer, witte munt en een schijfje citroen. Met een versgebakken tosti op een bordje naast me kruip ik achter mijn scherm en merk dat met je kop in het felle licht zitten, een bijzondere videoconferencebeeld oplevert. Prima.

In de zomer van 2018 haalde ik mijn fietstassen en tent van mijn fiets en zette de fiets in de schuur. Vier weken hittegolf hadden een heerlijke fietsvakantie gegeven en ik was de nodige kilo’s afgevallen door de topsport die ik elke dag had bedreven. In mijn tuin was weinig onkruid te vinden en daarmee was er weinig anders te doen dan zittend in mijn zwembadje ervan genieten.

De winter voor 2020 was nat. Stormachtig en nat. Warm en nat. En vooral heel erg nat. Ik heb weinig droge dagen geteld en vreesde dat ook mijn aankomende fietsvakantie in het water zou vallen. Aan mijn vijver kon ik zien dat het grondwaterpeil weer op peil was. Toen de eerste lentestralen mijn tuin verwarmden, besloten ook alle planten dat er genoeg water in mijn tuin was.

In die heerlijke, zonnige lente van 2020 moesten we massaal verplicht binnen blijven. Tenminste, binnen… op je privéterrein blijven. Laat het grootste deel van mijn privéterrein sinds de lente van 2017 een grote groene tuin zijn waarin ik oneindig lang kan tuinieren op momenten dat ik eigenlijk een fietstocht zou moeten maken om de kilo’s eraf te sporten. Waar ik kan werken op momenten dat ik eigenlijk in een kantoor zou moeten zitten. Waar ik met mijn buurvrouwen kan kletsen.

Wat had ik een vooruitziende blik toen ik besloot om naar dit huisje te verhuizen. En als ik echt even wil wandelen? Dan ga ik gewoon naar het dichtstbijzijnde parkje: Cronesteyn.

Ik heb dit appartement gekozen vanwege zijn tuin. Ik vond het altijd al heerlijk. Maar tijdens coronatijd voel ik me hierdoor echt gezegend.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *