Over Leven

Uitgeput stop ik mijn sleutel in mijn slot. Ik ben compleet uitgeteld. Na een dag angstzweten, volgde een nacht koukleumen. Ik had het gevoel dat ik iedere keer dat de nachtdienst langskwam, wakker werd. Vroeg in de ochtend val ik in slaap en word een paar uur later rustig wakker. Terwijl ik mijn rugzak inpak realiseer ik me dat ik nog steeds rustig ben. Voor het eerst sinds de scholen sloten en mijn hypomanie begon ben ik rustig. Als de verpleging de afdelingsdeur open doet en vraagt of mijn nachtje BOR (bed op recept) heeft geholpen, straal ik. Ja, het heeft mij ontzettend geholpen. Ik ben rustig. Ik ben moe.

Ik draai de sleutel in mijn slot om en loop naar binnen. Ik gooi mijn tas op de grond, schop mijn schoenen uit, doe sokken om de ijsklompjes op de plek van mijn voeten en kruip uitgeput in mijn grote tweepersoonsbed. Iemand zei mij ooit dat ik hypomaan een slechte schrijver ben. Waar ik normaal moet kiezen tussen mooie onderwerpen en ik normaal de hele dag zinnen aan het verzinnen ben, moet ik nu worstelen om een mooie tekst uit mijn toetsenbord te trekken.

Vanmorgen lacht ze me via Whatsapp vriendelijk toe. Ik lach terug. Ik ben weer rustig en ik ben weer moe.

Mijn bed is warm en al spoedig mijn voeten ook. Mijn uitgeputte hoofd wil niet slapen. Ze wil zinnen verzinnen, onderwerpen proeven en uittesten. Ik wil wel slapen. Ik ben zo moe. Ik doe een visualisatieoefening: ik wandel in gedachten door de lente in Cronesteyn en mijn hoofd begint een haiku te schrijven. Ik wil slapen. Ik wil geen mooie teksten verzinnen. Ik ben moe.

Op mijn telefoon zoek ik naar online korte verhalen.

De warme, rustige, diepe, kenmerkende stem van Paul van Vliet leidt me door Den Haag en naar een wedstrijd tussen Madrid en Barcelona. Mijn helden zijn niet van mijn generatie. Paul van Vliet, Herman van Veen en Boudewijn de Groot zing ik als ik door mijn huis dans. Vandaag brengt Paul van Vliet me met zijn stem en zijn paar minuten durende verhalen tot rust.

Ik denk terug aan die avond in het Chassé Theater. Ik had kaartjes gekocht om samen met mijn ouders naar zijn afscheidstournee te gaan. De goedkoopste kaartjes, helemaal in de nok. Mijn moeder durfde niet want ze had hoogtevrees. Sindsdien koop ik altijd eerste rang kaarten als ik naar het theater ga. De show heette ‘over leven’. Ik zou het ‘dansen’ hebben genoemd, een levensdans.

Als ik uit bed kom ben ik uitgerust. Ik zet de cd van de show aan. Het eerste lied klinkt door mijn woonkamer. In mijn optocht door de tijd, ben ik weer bij mezelf terug. Misschien moet ik als de theaters weer open gaan eens langs Pepijn gaan.

Er loopt een optocht door de tijd
Van de schepping tot de eeuwigheid
En die optocht komt
En dat is gek
Steeds weer op dezelfde plek


In de optocht door de tijd
Paul van Vliet

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *