Kletspraatjes

In het abnormale leven van nu tel ik mijn zegeningen. Ik heb geen kinderen om thuisonderwijs te geven of een klein hummeltje dat niet naar de kinderopvang kan. Ik heb geen werk om dat mee te moeten combineren. Ik heb geen dagelijkse overleggen met Skype en geen partner om ruzie mee te maken. Ik heb geen ouders om zorgen over te maken en wel een uitkering voor een stabiel inkomen. Ik hoef me nergens zorgen over te maken.

Mijn leven is overhoop gegooid. Net zoals iedereen heb ik het op mijn manier zwaar. Ik word blijkbaar heel erg hypomaan als ik alleen ben. De theorie: hoe hoger de piek, hoe dieper het dal. Tijd dus om de piek af te zwakken. De praktijk: drukke dingen voelen fijn, de rustige als hel. Het voelt zo rot om rustige dingen te doen en daarom zijn ze amper vol te houden. Behalve menselijke contacten: zij brengen rust én ze voelen fijn  en zijn vol te houden. Beeldbellen en telefoneren is lief, maar niet voldoende. Pianoles en een lang kletspraatje uit het raam met een vriendin blijken dat wel. Het brengt rust in mijn hoofd en daarmee het onvermijdelijke dal. Maar het is mijn medicijn, mijn redding. Ik meer coping strategieën, maar dit is wat me echt helpt.

In het leven dat nu langzaam normaal begint te worden zoek ik verbeten naar nieuwe coping. Zoals het nu gaat red ik het niet. Hoe verwonderlijk… ik vind er één… en het heeft met schrijven te maken.

Ik hoor het geklepper van een brievenbus, snel kijk ik naar buiten en zie de postbode voorbij komen. Ik zwaai naar hem, spring op, pak mijn sleutels en doe de brievenbus open. Iedere dag ligt er minimaal één brief of kaart in. Ik herlees ze, lees ze en herlees ze. Hoe meer tekst erop staat hoe liever. Terwijl ik daar op mijn bank kruip of in één van mijn nieuwe stoelen, voelt het bijna alsof de schrijvers naast me staan. Als ik hardop voorlees is het bijna alsof de schrijver tegen me praat. Als ik een brief of het kaartje terug stuur, is bijna alsof ik naast de ontvanger zit. Het is bijna een volwaardige surrogaat voor een goed face-to-face contact. Bijna… maar wonderlijk genoeg: het lijkt soms net voldoende.

Ik probeer me drijvende te houden, net als iedereen in Nederland. Het is voor mij moeilijk, net als voor iedereen. De gevolgen zijn voor mij helaas net iets heftiger. Zo fijn dus dat ik een bijna-surrogaat heb gevonden voor dat zo broodnodige contact.

p.s. Lief dat je het vraagt, maar mijn adres krijg je alleen als ik je al ken…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *