Het is niet de eerste keer dat ik depressief op vakantie ga. Ik vertik het namelijk om me erbij neer te leggen dat depressie levens plat legt. Hoe vaak ik ook depressief ben, hoe vaak het mijn leven overheerst, ik zal er altijd voor strijden dat het niet mijn leven plat legt. Deze instelling is al vaak mijn redding geweest.
Zo komt het dat ik deze depressie op Ameland ben beland. In mijn koffer heb ik copingmechanismen gestopt: een laptop, notitieboek, etui, mandalaboek, leesboek, mijn zelfgeschreven boek, oxazepam en een wandelkaart. Last-minute stop ik er ook bladmuziek in voor het geval ik strand op een station met een piano.
Ik lees één van de verhalen die in mijn boek staan. “Tijdens de vele depressies die ik krijg raak ik toetsen aan. Er gebeurt iets magisch. Mijn hoofd krijgt ‘depressie-pauze’. Mijn gedachten stoppen met paniek en ik ontdek dat er overal piano’s staan.” Ik kan op dit moment wel een depressiepauze gebruiken. Maar ja, ik was de dombo die bedacht haar leven niet plat te leggen en op vakantie te gaan zonder haar piano in haar koffer te stoppen
Met mijn laptop en een manuscript dat half af is, beland ik in Pannenkoekhuis Onder de Vuurtoren. In de hoek staat een piano. Pas na twee koffie en een (onwijs lekkere, het restaurant zelf is ook gewoon een aanrader) forse pannenkoek durf ik het te vragen. Zou ik misschien, mogelijkerwijs, alsjeblieft, als het schikt en het de andere gasten niet schaadt, wat mogen spelen?
Ik ren naar de overkant, ik logeer in een appartement Bij de Vuurtoren, pak mijn muziek en ren weer terug. Dan kruip ik achter de piano. Ik raak de toetsen aan. Het aanraken gaat over in spelen en het spelen in Dansen.
Beste Lonneke,
Mooi verhaal & knap dat je zo met depressie kan omgaan en probeert het niet je leven te laten beheersen.
Hoop je te horen (piano)spelen bij ons Onder de Vuurtoren, of elders.
Tot ziens,
Monique